Kinderen (en volwassenen trouwens ook) vinden het meestal heerlijk om te worden voorgelezen. Of je kind nu klein is en zelf nog niet kan lezen of al wat groter is en boeken verslindt: van voorlezen krijgt hij of zij niet gauw genoeg!
Samen beleven
Je kunt voorlezen voor het slapengaan. Na een dag vol gebeurtenissen kan je kind zich dan lekker ontspannen. Maar het hoeft niet alleen dan, voorlezen kan de hele dag. Een minuut of tien is meestal al genoeg en vaak zal je kind daarna lekker rustig gaan spelen. Lees liever vaker op een dag een korte tijd voor, dan een keer (te) lang achter elkaar. Voorwaarde om van voorlezen een succes te maken, is dat er rust is, dat je de tijd neemt en dat je kind en jij er beiden zin in hebben zodat er een prettige leessfeer ontstaat. Lees rustig en duidelijk en maak maximaal gebruik van je stem. Extra leuk is het om samen met je kind over het verhaal te praten. Daarbij kun je je kind vragen stellen over wat er te zien is in het boek zoals ‘zie jij het hondje?’ en ‘wat zegt het hondje?’. Zo leuk om zo samen een verhaal te beleven!
Herhalen en herhalen
Een baby kan nog niet echt een verhaal volgen, maar als je kind zo’n drie tot vier maanden oud is, kunnen jullie samen wel plaatjes kijken en kun jij benoemen wat jullie zien. Kies daarbij een boek met eenvoudige, duidelijke tekeningen en doe het niet langer dan een paar minuutjes. Vanaf een maand of negen kun je beginnen met het voorlezen van eenvoudige verhaaltjes. Baby’s zijn dol op herhaling en ook peuters vinden dit prachtig. Van sommige boeken lijken ze nooit genoeg te krijgen. Er is dan niets zo leuk en fijn voor je kind als jij die boeken steeds weer voorleest. Lees je hetzelfde verhaal vaker voor of komen dezelfde woorden meermaals voor in de tekst, dan zorgt deze herhaling er niet alleen voor dat je kind meer woorden leert, maar ook dat zijn of haar begrip van de woorden diepgaander wordt.
Meerwaarde
Voorlezen is vooral leuk en gezellig, maar heeft ook meerwaarde voor de ontwikkeling van je kind. De prenten en illustraties in kinderboeken geven extra informatie en ondersteunen zo het voorgelezen verhaal. Jonge kinderen kunnen daardoor moeilijke, onbekende woorden beter onthouden en het verhaal beter begrijpen. Als je voorleest, leert je kind ook een boek vasthouden, letters herkennen en de relatie tussen gesproken en geschreven woorden zien. Daarnaast geeft voorlezen een impuls aan de ontwikkeling van het fonologisch bewustzijn (dit is het toenemende vermogen bij jonge kinderen om te abstraheren van de betekenis van taal, zich te richten op de klankvorm en te manipuleren met klanken), de mondelinge vaardigheden, de groei van de woordenschat en het verhaalbegrip. Bovendien krijgt je kind een positieve houding ten opzichte van lezen.
Kiezen
Er zijn ontzettend veel leuke, lieve, grappige, spannende, mooie, griezelige, gezellige boeken voor kinderen. Dat is fijn, maar hoe maak je een keuze? Een geschikt (prenten)boek heeft:
- zinnen die niet te lang en niet te kort zijn en bij de ontwikkeling van je kind passen
- beeldend taalgebruik zodat je kind zich een voorstelling kan maken van wat je vertelt
- een duidelijke structuur
- humor, spanning en herkenbaarheid om de betrokkenheid van je kind vast te houden of te vergroten
- hoofdstukken die een afgerond geheel vormen
- een duidelijke probleemstelling zoals mama is kwijt, de tijger mag niet wakker worden of wie heeft er op de kop van de mol gepoept?
Maar kijk vooral wat bij je kind en jou past, dan is en blijft voorlezen een feestje!
Meer weten? Kijk ook eens bij de bibliotheek.
